
Het land van de vulkanen, chicken bussen, witte stranden, gallo pinto (rijst met bonen) en niet te vergeten de koude douches. Ons avontuur begon in de stad León. Maar Nicaragua is zo anders dan verwacht..
Hoe het avontuur begon
Inmiddels twee weken geleden vlogen Jort en ik naar Managua, Nicaragua. De treinreis naar Schiphol toe, deed ons beiden vast wennen aan de Nicaraguaanse cultuur. Hoewel ik na deze twee weken daar echt op terug moet komen, want Nicaraguanen zijn hartstikke punctueel. Ondanks de storm, hebben we het beiden tot aan Schiphol gered. De reiskriebels borrelden op. En gezonde spanning begon te komen. Het is ook niet niets om tussen het werken door even een verre reis te maken. Een ervaring om niet te vergeten!
Op Nicaraguaanse bodem
De eerste nacht sliepen we in een hostel in Managua (de hoofdstad). Men zegt dat toeristen hier niet veel te zoeken hebben, dus dan zoeken we ook maar niet. Onze landgenoten hadden allemaal hetzelfde gehoord, we gingen dus ieders onze eigen weg. Het blijkt dat half Nederland hier rondloopt, om te ontsnappen aan de koude winterdagen. De Nederlanders probeer ik een beetje te ontwijken, ik ben niet voor niets naar de andere kant van de wereld gevlogen! Inmiddels zijn we wat meer ‘off the beaten backpackers track’ aan het reizen en voelen we ons bijna de enige toeristen hier. Dit maakt ook dat ik zelf een bezienswaardigheid ben geworden voor de mensen hier, als westerse jongedame. Men legt het werk graag even neer om naar mij te kijken. Gelukkig ben ik tegenwoordig wel wat gewend. En geeft Jort ze meestal een strakke blik na.
Bienvenida a Nicaragua
De eerstvolgende stad waar we naar toe wilden was León. Per overvolle en ongemakkelijke collectivo, duurde dit zo’n anderhalf uur vanaf Managua. Je zult je nu vast afvragen waarom de reis zo ongemakkelijk was. Het was niet alleen de warmte waar we aan moesten wennen. Ook schijnen collectivo busjes (mini vans) geen ruimte voor onze backpack te hebben. Dit betekende dat deze twee grote reismaatjes de hele rit op schoot en tussen de benen moeten staan. We mochten wel een extra stoel gebruiken, maar dan moet je hier volle pond voor betalen. Dat doen we natuurlijk niet. Ik was opgelucht toen we León binnen reden. Nog rijdend werden we vanuit de achterklep aangevlogen door de mannen van de fietstaxi’s. ‘Ey chica, need taxi?’ Door eerdere reiservaring wisten we ze wel van ons af te schudden. Om vervolgens verderop een goedkopere fietstaxi naar el centro te kunnen pakken.
León
Voor veel reiziger is León een van de favoriete steden in Nicaragua. Ik was dan ook blij verrast door de kleurrijke straatjes, hippe eettentjes en gezellige bedrijvigheid. Uitgebreid hebben we hier onze jetlag uitgeslapen. We raakten gewend, of eigenlijk accepteerden we de warmte. En verlaagden ons tempo, aan het Nicaraguaanse reizigers leven. En León is tot nu toe ook mijn favoriet, kijk zelf maar!






Liefs,
Ellis