
Het Noorden van Nicaragua heeft zoveel te bieden dat je hier makkelijk meerdere dagen kunt spenderen. Maar wat als je door een buikgriep vast zit in een authentiek Nicaraguaanse dorpje.
San Rafael del Norte
Het was niet helemaal noodgedwongen dat we hier verzeild raakten. In de Lonely Planet werd San Rafael del Norte als volgt omschreven: ‘One of the higher towns in Nicaragua, charming San Rafael del Norte is surrounded by soaring, fissured peaks with coffee fincas on their shoulders.’ Klinkt als een fijne bestemming toch? Vandaar dat we besloten hier naartoe af te reizen. Maar het krijgen van buikgriep, inclusief de bijverschijnselen van overgeven en diarree nekten ons op de terugweg van Somoto. Er stond nog een lange busreis op de planning, om niet weer in het’ Amerikaanse’ Estelí verzeild te raken. We gunden onszelf de tijd om bij te komen. En bleven een paar extra nachtjes in het slapende dorpje, San Rafael del Norte.
Koffieplantages
De noordelijke regio’s van Nicaragua staan bekend om de verschillende koffie, tabak en cacaoplantages. Met name koffie is in deze regio veel te vinden. Een wandeling vanuit het dorp San Rafael del Norte liet ons kennis maken met de verschillende fincas. De lokale mensen werken hier door weer en wind, want hier valt nog weleens een bui. De koffieplanten worden namelijk met de hand geplukt. Om ze vervolgens langs de weg op een kleedje te kunnen drogen. Om de zoveel uur moeten de bonen gedraaid worden. Dat gebeurt gewoon door iemand die met zijn schoenen over de bonen loopt en deze met een schep omdraait. Maar goed dat de bonen nog gebrand worden voor ze in jouw bakkie pleur bereiken.
De mooiste route van Nicaragua
Na hersteld te zijn in San Rafael del Norte, voelden we ons stiekem wel thuis in het rustige noorden. Toch wilden we ons verder verplaatsen om niet nog meer tijd te verliezen. Het plan om het onbekende natural reserve Peñas Blanca te bezoeken hebben we losgelaten. We vertrokken naar Matagalpa, niet wetende dat we vanaf Jinotega (wat voor ons als vieze grauwe stad aan deed) de mooiste route van Nicaragua zouden nemen. We klommen steeds hoger de bergen in, waar het regenachtig, koud en groen werd. Wat bleek we reden dwars door het natuurpark Cerro Datanlí-El Diablo. Dit natuurgebied bestaat voornamelijk uit hooglanden en nevelwoud. Alsof de busreis ons toch nog iets van de prachtige natuur van het noorden wou laten zien.
Tip: Wil je in het natural reserve Cerro Datanlí-El Diablo overnachten, dan leek ons Eco-Alberque La Fundadora een perfecte plek.
Matagalpa
Een grotere stad in het noorden is Matagalpa. Vanaf hier is het mogelijk om verschillende natuurreservaten te bezoeken of andere uitstapjes te maken in de omgeving. De stad zelf is gelegen in een dal, wat maakt dat je altijd tegen de heuvels aan kijkt. Verder was het een niet heel bijzonder stadje, maar had het dezelfde gemoedelijke sfeer, zoals dat in het noorden hoort. En schijnbaar de beste pizzeria van Nicaragua, La Vita é Bella. Hier waren onze buikjes nog niet klaar voor, dus kookten we onze eigen pasta, boordevol groente.
Selva Negra
Selva Negra betekent het zwarte woud, dat klinkt je vast bekend in de oren. Want in Duitsland ligt toch het zwarte woud? Ja, dat klopt, de Duitse immigranten hebben Selva Negra gevonden. Het wordt nog steeds door de nabestaanden gerund, vandaar de naam van dit nevelwoud. Selva Negra is naast een koffie finca een natuurpark waar je zonder gids mag rondwandelen. We kregen een routekaartje en daar moesten we het mee doen. Er stond op deze kaart beschreven welk niveau dit pad was en hoelang je over de route zal doen. We wandelden helemaal naar de top en spotte daar verschillende vogels en brulapen! De terugweg was een uitdaging over het glibberige pad, maar we waanden ons even in de echte jungle. Toen we weer beneden stonden kwam er een tropische stortbui uit de lucht vallen. Wat een geluk, dat had ik niet onderweg willen mee maken.
De reis gaat verder
In de omgeving zijn nog vele uitstapjes te vinden, zo kun je naar watervallen wandelen of bij lokale koffieplantages op bezoek gaan. Hoewel er nog zoveel te beleven viel, waren wij toe aan wat meer warmte en vertrokken richting het zuiden.